Door de installatie van de Raad Internationale Sancties (RIS) is een concrete stap gemaakt door Suriname, als Lid van de Verenigde Naties (VN), om zich te blijven inzetten voor het bevorderen van internationale samenwerking en het handhaven van vrede en veiligheid. In dit kader ligt de nadruk op veiligheid van financiële stromen, ter bestrijding van terrorisme, terrorisme financiering, money laundering aangezien deze ernstige risico’s vormen voor de financiële systemen en nationale economieën.
Bij wet van 2016 no. 31 is de RIS ingesteld en is de MinBIBIS aangewezen als de bevoegde autoriteit om uitvoering te geven aan internationale sancties hetzij per staatsbesluit, hetzij per ministeriele beschikking. Voorts wordt de basis gelegd voor het toezicht op financiële sanctiemaatregelen. Het kunnen hierbij sanctiemaatregelen betreffen voortvloeiende uit verdragen of bindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties doch ook nationale sanctieregelingen.
Dienstverleners zoals gedefinieerd in de Wet ter Voorkoming en Bestrijding van Money Laundering en Terrorisme Financiering (WMTF) worden conform de WIS nog eens extra verplichtingen in opgelegd ten aanzien van hun bedrijfsvoering omtrent naleving van deze wet. Het betreft in deze dat genoemde dienstverleners een sleutelpositie vervullen als het gaat om de toegang tot financiële middelen.
Over ons

Internationale sancties
Internationale sancties zijn sanctiemaatregelen waaronder instrumenten van dwingende, niet-militaire, politieke aard kunnen eventueel worden ingezet als reactie op schendingen van internationaal recht, schendingen van mensenrechten door regimes die rechtsstatelijke en democratische beginselen niet eerbiedigen of bij bestrijding van terrorisme of proliferatie van massavernietigingswapens. Hiermede wordt getracht om de handelingscapaciteit van specifieke aangewezen (rechts)personen en/of entiteiten te limiteren.
De internationale sancties vinden hun grondslag in artikel 41 van het VN-Handvest.
Door de RIS op te leggen sancties
De Resoluties 1267 (1999) en 1373 (2001) scheppen voor de VN-lidstaten de internationaal verbindende verplichting om financiering van terrorisme te bestrijden en de tegoeden, andere financiële activa of andere economische middelen van personen en organisaties die zich bezighouden terroristische activiteiten te bevriezen.
De Wet Internationale Sancties geeft de Minister van Buitenlandse Zaken de bevoegdheid ministeriële regelingen vast te stellen ter uitvoering van internationale verplichtingen. De Sanctieregeling terrorisme 2007-II is de wettelijke basis waarop Suriname de verplichting die voortvloeit uit VN-resolutie 1373 uitvoert. (algemeen verbindende bepaling, m.a.w. ook voor niet lidstaten)
Bevriezingsmaatregel
Nationale Sanctielijst
Internationale Sanctielijst / Bevriezingslijst
Ontwikkelingen en dreigingen
De terroristische dreiging is in de eerste plaats internationaal van karakter en (mede daardoor) in hoge mate onvoorspelbaar en veranderlijk. De aard en omvang van de dreiging zijn niet constant. De complexiteit en diversificatie technieken welke toegepast worden voor het plegen van financiële misdaden vereist een grote mate van alertheid in de identificatie en sanctionering.
In de preventie en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering zijn er wetten (WTF, wet RIS. FIU….) waar poortwachters zoals financiële instellingen, notarissen, accountants, autoverkopers etc. zich aan moeten houden. Financiële instellingen en andere poortwachters zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te melden. Door middel van analyses van gemelde ongebruikelijke transacties kan FIU een ongebruikelijke transactie als verdacht aanmerken en die melden bij het OM. Vervolgens kan het OM kan de gegevens van een verdachte transactie eventueel combineren met andere gegevens. Dat kan leiden tot een strafrechtelijke verdenking en deze aan merken voor de nationale sanctielijst aan de RIS.
Taken en bevoegdheden; art 5b,c en e SB SB 2016 no 31.
