De Rekenkamer van Suriname werd bij Landsverordening van 12 maart 1953 ingesteld, maar kwam voor het eerst in vergadering bijéén op 3 mei 1954. Deze datum kan daarom gevoeglijk worden aangenomen als de officiële dag waarop de Kamer met haar werkzaamheden is begonnen. De Rekenkamer van Suriname is een toezichthoudend orgaan dat tevens het geldelijke en materieel beheer van de overheid controleert. De Kamer heeft de wettelijke verantwoordelijkheid om de jaarrekening van alle overheids instanties te controleren.

Dit wordt vermeld in de wet Rekenkamer (artikel 26) en de Grondwet (artikel 149-152). De controle geschiedt in de ruimste zin. De Comptabiliteitswet en wet Rekenkamer verplichten alle overheidsinstellingen en -organisaties om informatie te verstrekken aan de Rekenkamer.

Strategie

De Rekenkamer van Suriname wil in haar streven naar het stimuleren van ''Good Governance'' erop toezien dat haar Rekenkamerwet voldoet aan de International Organization of Supreme Audit Institutions ( INTOSAI) standaarden. Met name de onafhankelijkheid op financieel, personeel en organisatorisch niveau moet worden gewaarborgd. In onze strategie voor de periode 2017 – 2021 willen wij ons profileren als een sterke Rekenkamer die tijdig rapporten van kwalitatief hoog niveau aanbiedt aan haar stakeholders. Het adequaat installeren, ontwikkelen en uitvoeren van human resources beleid zal hiertoe mede voor zorg dragen.

Visie

We zijn een organisatie die haar medewerknemers door middel van coaching, leiderschap, bevestiging en waardering, betrokkenheid en verantwoordelijkheid leert oplossingsgericht te denken en werken. De verslaglegging geschiedt door middel van een duidelijk personeelsbeleid, positieve communicatie en teamwork. Zo ondersteunen wij De Nationale Assemblee en de Regering op een professionele wijze bij het streven naar billijk en transparant beheer en besteding van staatsgelden.

Wat voor instituut is de Rekenkamer van Suriname?

De Rekenkamer van Suriname is een “hoog college van staat”. Dat betekent dat zij een onafhankelijk instituut is dat zelf bepaalt wat zij onderzoekt, hoe zij dat doet en hoe zij dat publiceert. De Kamer heeft met de uitvoering van de taak die haar bij wet is opgedragen, een unieke positie. Zij doet, in het belang van de samenleving, onafhankelijk onderzoekingen.

Meest gestelde vragen

1Relatie Rekenkamer van Suriname met De Nationale Assemblee (Parlement)
De Rekenkamer van Suriname is de externe controleur die rapporteert naar De Nationale Assemblee. Deze taak is aan de Kamer bij wet opgedragen. De Nationale Assemblee oefent dus de algemene controle uit op het financieel beheer van de Staat en aan de Kamer is de bijzondere (repressieve) controle daarop opgedragen. De Kamer is een instituut, dat controle werkzaamheden verricht ten behoeve van de Volksvertegenwoordiging. Tussen het Parlement en de Kamer dient dus ook persoonlijk contact te bestaan.
2De relatie met regering en overheid
De Rekenkamer van Suriname controleert de activiteiten van de regering, haar administratieve autoriteiten en andere parastatale instituten. In het bijzonder is de regering volledig en alleen verantwoordelijk voor haar handelen en nalaten en kan ze zichzelf niet ontheffen van verantwoordelijkheid door te verwijzen naar de bevindingen van de controle, tenzij zodanige bevindingen en de deskundige verklaringen van dit controle instituut worden gepresenteerd als wettelijk geldige en afdwingbare oordelen.
3Functie Rekenkamer van Suriname (Kamer)
De wettelijke basis waarop de Rekenkamer van Suriname werkt wordt gevormd door de artikelen 149- 152 van de Grondwet, de wet Rekenkamer Suriname en enige beschikkingen. Algemeen is de opvatting aanvaard dat dit de controle inhoudt op een juiste toepassing van de wettelijke voorschriften. In beginsel het beoordelen van de mate waarin de doelen die met het voeren van een bepaald beleid worden nagestreefd ook worden bereikt, en van de middelen die daarvoor zijn gebruikt. De Kamer zal daarom in de eerste plaats aandacht schenken aan het naleven van wet en regelgeving.
4Wie wordt gecontroleerd?
Alle personen, die gelden of goederen aan de Staat toebehorend, dan wel gelden in staatskas gedeponeerd, onder zich hebben, zijn voor zover zij een zelfstandig beheer voeren, rekenplichtig aan de Kamer. Zij worden ter zake van hun beheer niet van verantwoordelijkheid ontheven dan door een deswege door de Kamer af te geven bewijs. Deze personen worden rekenplichtigen genoemd (wet Rekenkamer Suriname, artikel 19)
5Verantwoordelijkheden van gecontroleerden
Het is van belang dat controle, nauwkeurig en efficiënt wordt uitgevoerd. Om dit te garanderen, eisen de controlewerkzaamheden dat aan het volgende moet worden voldaan; Het te allen tijde beschikbaar hebben van volledige en correcte financiële verslaggeving. Deze moeten voldoen aan alle toepasselijke wet- en regelgeving. Voldoen aan alle andere contractuele verplichtingen. De controlemedewerkers gemakkelijke toegang geven tot de documenten betreffende de controle werkzaamheden. Bieden van informatie of ophelderingen van informatie die kan worden opgevraagd met betrekking tot de controle. Biedt een geschikte en veilige kantoorruimte aan voor de controlemedewerkers om te werken.
6Controle is geen daad van vijandschap, het kan veel voordelen opleveren, door:
Het verstrekken van een objectieve beoordeling van de financiële status van de organisatie Het opsporen van afwijkingen in management normen en verwachtingen Het identificeren van kansen en het ontwikkelen van oplossingen voor het verbeteren van de efficiëntie en effectiviteit van maatregelen. Aanbevelen van verbeteringen aan interne management- en controlesystemen Te helpen bij de identificatie van onregelmatigheden of fraude
7Wat gebeurt met de gecontroleerde informatie?
De informatie wordt in een verslag aangeboden aan de voorzitter van De Nationale Assemblee en aan de regering. Het verslag wordt jaarlijks vóór 01 april aangeboden.

Strategische doelen

Om met succes te kunnen moderniseren heeft, de Rekenkamer van Suriname 5 essentiële strategische doelen die zij nastreeft. Deze zijn uiteengezet in een activiteitenprogramma gericht op het bereiken van deze doelen, zodoende bijdragend aan betere standaarden van verantwoordingsplicht en bestuur in de publieke sector van Suriname.

Organisatie structuur

Secretaris van de Rekenkamer van Suriname

De Secretaris is de hoogste managementfunctie bij de Rekenkamer en draagt zorgt voor de dagelijkse operations van de Rekenkamer; met name:

 het controle-onderzoek (rechtmatigheids- en doelmatigheidsonderzoek),
 de verslaggeving van de Rekenkamer, waaronder de samenstelling van het Rekenkamerverslag,
 draagt zorg voor personeelsaangelegenheden
 de monitoring van de vastgestelde begroting en de financiële verantwoording terzake
zorg voor de huisvesting en het archief van de Rekenkamer

(vide de Rekenkamerwet art.2 lid 2 (GB.1953 no.26) en het Ordereglement van van de Rekenkamer van Suriname, Besluit no. 3 “Instructies van de Secretaris van de Rekenkamer van Suriname” (GB. 1954 van 10 mei 1954, Besluit no.3)

Tevens ondersteunt de Secretaris het College van de Rekenkamer tijdens de College vergaderingen, als adviserende stem en geeft rapportage over de stand der werkzaamheden.

Wet, Bevoegdheden en Feiten

Onafhankelijk Alhoewel reeds in 1950 was bepaald (artikel 154 van de Landsregeling van Suriname Orgaan (G.B. 1950 no. 12), dat het toezicht op de besteding der geldmiddelen in overeenstemming met de begroting, evenals de goedkeuring der rekening voor ontvangsten en uitgaven door de landsverordening wordt opgedragen aan een onafhankelijk orgaan, werd dit orgaan, de Rekenkamer, pas in mei 1954 operationeel, nadat op 12 maart 1953 de Landsverordening Rekenkamer Suriname (G.B. 1953 no. 26) was vastgesteld. Hiervoor werd dit toezicht uitgeoefend door de Algemene Rekenkamer Nederland. Door de inwerkingtreding van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden werd de Landsregeling van Suriname in 1955 vervangen door de Staatsregeling van Suriname (G.B. 1955 no. 53). Ten aanzien van het toezicht op de besteding der geldmiddelen overeenkomstig de begroting etc. werden in artikel 125 van de Staatsregeling dezelfde bepalingen opgenomen als in artikel 154 van de Landsregeling t.w.:
Het toezicht op de besteding der geldmiddelen in overeenstemming met de begroting, evenals de goedkeuring der rekening van ontvangsten en uitgaven worden door de landsverordening opgedragen aan een onafhankelijk orgaan. Het toezicht wordt uitgeoefend overeenkomstig de door de landsverordening te stellen regeling.
Het in het vorig lid bedoelde orgaan brengt jaarlijks verslag uit aan Regering en aan de Staten over het door hem uitgeoefende toezicht. Op 25 november 1975 trad de Grondwet voor de Republiek Suriname in werking. Hierdoor kwam de Staatsregeling van Suriname te vervallen.

Geschiedenis

Rekenkamer van Suriname

Aanvankelijk was gedacht dit onafhankelijk controleorgaan de naam van “Controleraad” te geven. In het eindverslag van de Commissie van Rapporteurs van 26 maart 1952 werd echter voorgesteld “Controleraad” te vervangen door “Rekenkamer” en bij Landsverordening van 12 maart 1953 (G.B. 1953 No. 26) werd de instelling van de Rekenkamer van Suriname een feit.

Bevoegdheden; De wettelijke grondslag voor het functioneren van de Rekenkamer (Kamer) van Suriname is richtinggevend voor haar toekomstvisie. Deze grondslag bepaalt haar identiteit als onafhankelijk onderzoeksinstituut en haar missie om bij te dragen aan de integriteit, kwaliteit en legitimiteit van het overheidsbestuur. Als Hoog College van Staat heeft de Rekenkamer een onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en De Nationale Assemblee. De Kamer bepaalt op eigen gezag wat zij onderzoekt, op welke wijze zij dat doet en wat daarvan openbaar wordt gemaakt. Voor wat de onafhankelijke positie van de Kamer betreft, wordt verwezen naar de Resolutie van de Verenigde Naties, GA-Resolution A/66/209 van 22 december 2011 (bijlage 2). 

In artikel 1 daarvan wordt aangegeven dat rekenkamers hun taken en werkzaamheden slechts op een objectieve en efficiënte wijze kunnen verrichten, indien zij onafhankelijk zijn van de te controleren entiteiten en beschermd worden tegen invloeden van buiten. De resolutie erkent ook de voorname rol die rekenkamers innemen in het stimuleren van een efficiënt, effectief, controleerbaar en transparant overheidsapparaat. De onafhankelijkheid van de Rekenkamer is tevens vastgelegd in de Rekenkamerwet van 1953 (GB 1953 no. 261).

Benoeming

De Rekenkamer van Suriname heeft als leidinggevend orgaan  een bestuur dat het College heet. In de wet Rekenkamer was opgenomen dat het College van de Kamer bestond uit 3 leden waarvan 1 voorzitter en 2 plaatsvervangende leden. 

 

In artikel 2 is bepaald, dat de hierboven bedoelde functionarissen benoemd worden door  de Gouverneur — thans President van de Republiek Suriname — uit een voor iedere functie afzonderlijk door de Staten — thans De Nationale Assemblee — in te dienen voordracht van 3 personen. 

Benoeming Artikel 2 bepaalt voorts, dat aan de Kamer een secretaris wordt toegevoegd, te benoemen Secretaris door de President op voordracht van het De Nationale Assemblee. 

De voorzitter  en leden beperkte zich als regel tot het geven van algemene aanwijzingen en nemen van beslissingen; De  voorzitter  heeft  nu een volledige dagtaak . De secretaris, die naast controledeskundigheid tevens bekend dient te zijn op het gebied der openbare financiën en het bestuurswezen, heeft ook een volledige dag taak.

Het 1e College van de Rekenkamer van Suriname

Het 1e College van de Rekenkamer van Suriname  werd op 29 april 1954 in de volgende samenstelling benoemd:

  • Lid tevens Voorzitter: Dr. LA.M. LICHTVELD 
  • Leden: D.A. SAMSON en C.H.H. JONG BAW 
  • Plv. Leden: H. LUITINK en Mr. P. CHANDIE SHAW.

Dit College kwam voor het eerst in vergadering bijeen op 3 mei 1954. Deze datum kan daarom gevoeglijk worden aangenomen als officiële dag waarop de Rekenkamer van Suriname met haar werkzaamheden is begonnen. Op 3 mei 2016 bestond deze instelling dus 62 jaar.

De 1e Secretaris van de Rekenkamer van Suriname

De benoeming van de eerste Secretaris - de heer H.F. VAN ZUYLEN — vond plaats op 1 juni 1953, die toen met de voorbereidende werkzaamheden begon en later geassisteerd werd door Mej. I. TUBBERGEN, typiste.

Rekenkamer van Suriname na 1975

Grondwettelijk aangetekend wordt, dat bij de staatkundige verandering van Suriname op 25 november 1975 in de Republiek Suriname, de instelling van de Rekenkamer in de Grondwet van de Republiek is verankerd. In artikel 83 van deze grondwet (Staatsblad No. 2 van 1975) is namelijk bepaald, dat de Rekenkamer van Suriname belast is met het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van het beheer van de Staatsfinanciën in de ruimste zin. Zij brengt periodiek, doch ten minste éénmaal per jaar verslag uit aan De Nationale Assemblee en aan de regering over het door haar uitgeoefende toezicht. Het verslag wordt daarna openbaar gemaakt. 

De aanvankelijke samenstelling van het College is in de Grondwet herzien. Het College van de Kamer dient thans te bestaan uit ten minste 3 en ten hoogste 6 leden (waarvan één voorzitter) , 1 ondervoorzitter , 2 leden en 2 plaatsvervangende leden en een secretaris 

Door het uitblijven van aanvullingen van het College blijft zijn samenstelling soms onvolledig.

  • van 29 april 1954 tot 16 maart 19611. Dr. LA.M. Lichtveld

  • (plaatsvervangend) van 16 maart 1961 tot 15 augustus 19612. D.A. Samson

  • van 15 augustus 1961 tot 16 augustus 19633. U. Morpurgo

  • (plaatsvervangend) van 16 augustus 1963 tot 1 februari 19644. D.A. Samson

  • vanaf 1 februari 1964 tot februari 19805. Mr. H.M.C. Bergen

  • Vanaf 1980 tot en met 1987, met het buitenwerking stellen van de Grondwet van Suriname door de staatsgreep, was ook de Rekenkamer van Suriname buitenwerking.
  • van 1988 tot en met 19986. Hans O. Prade

  • van 1998 tot en met 20087. Ulrich Aaron

  • Van 2008 tot en met 2011 had de Rekenkamer van Suriname geen voorzitter.
  • van 2011 tot 20218. Ch. Felter

  • van 2021 tot heden9. S. Bhoendie